Inleiding
Ik hou mijn werkstuk over eenden omdat ik het leuke dieren
vind en ik wil er wat over leren. Dit wil ik er over weten:
- Wat doen eenden de hele dag?
- Wat eten eenden
- Wat voor soorten eenden zijn er
Hoofdstukken
1.
de bergeend
2.
de wilde eend
3.
wintertaling en
zomertaling
4.
slobeend
5.
krakeend
6.
eenden jacht
7.
afsluiting
1.De bergeend.
Dit is een van
de meest opvallende dieren in Nederland. Hij is groter dan de gewone eend en wat
kleiner dan de gans. De bergeend is meteen te herkennen aan zijn bruine en brede
band over zijn borst en rug. Ook valt hij op door zijn glanzende zwartgroene
hals en kop. Verder is de eend wit met een donkere middenstreep over de buik en
een brede, zwarte vleugelrand. De poten zijn roze en de snavel is rood. Bij het
mannetje zit op de rode snavel een grote rode knobbel.
2.De wilde eend.
Een wilde eend leeft op stromend water en
stilstaand water. De meeste wilde eenden hebben een lekker lui
leventje, want ze hoeven zelf haast geen voedsel te zoeken
omdat ze door mensen worden gevoederd. Ook maken sommige mensen nesten voor de
wilde eend. Je ziet de eend vaak in sloten, vijvers en plassen. Het mannetje is
ongeveer 57 cm lang en het vrouwtje 49 cm, en als ze hun vleugels uitspreiden
zijn ze ongeveer 1 metebreed. Ze wegen tussen de 700 en de 1400 gram. Het
voedsel bestaat uit kleine waterdiertjes. Het nest wordt gemaakt van allerlei plantendelen. Het nest
ligt meestal in de buurt van het water, onder het struikgewas of langs een
oever. Het nest wordt van allerlei dingen gemaakt. In maart en april leggen de
vrouwtjes de eieren. Het zijn 9 tot 13 eieren het uitbroeden duurt 22 tot 26
dagen. Het mannetje heeft een groene kop met een witte rand eromheen. Het
vrouwtje is bruin omdat ze dan niet opvallen bij het uitbroeden bij de eieren,
omdat andere vogels de eieren willen stelen.
3.Wintertaling
Een mannetje
wintertaling is ongeveer 36 cm lang. Het vrouwtje is wat kleiner en is 34 cm
lang. De wintertaling leeft op meren en plassen. De wintertaling leeft in kleine
groepen en eet dieren en planten. Het nest maakt de wintertaling in kleine
struikjes op de grond. Zij legt haar eieren in mei, dat zijn er ongeveer 8 tot
10, die zij alleen uitbroedt. Het opvoeden van de jongen is ook haar taak. De
wintertaling overwintert in Zuid Europa en in Noord Afrika. In de herfst draagt
het mannetje een mooi verenpak, met brede groene strepen op de zijkant van zijn
kop.
4.Zomertaling
De Zomertaling is iets groter en iets dikker dan de
wintertaling. Een mannetje zomertaling is 40 centimeter en het vrouwtje 36
centimeter. Ze leven ook in grote groepen. Hij nestelt in dicht riet,
struikgewas en lang gras. Het voedsel bestaat uit planten en kleine water
diertjes. Het vrouwtje legt haar eieren in juni dat zijn er 7 tot 12. Die in 21
tot 25 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed. ’s Winters trekken de
zomertalingen naar Noord en Centraal Afrika. De zomertaling kan heel snel
vliegen. Hij kan een snelheid van 100 km per uur bereiken.
5.Slobeend
De slobeend
heeft ze naam te danken aan zijn lepel vormige snavel waarmee hij graag in het
water slobbert. Het mannetje heeft een groene kop, witte borst, kastanje bruine
zijkanten en licht blauwe vleugels. Het vrouwtje is bruin met onderaan haar
vleugel een blauwe rand met op het einde een groen vlak, en de ogen zijn geel.
Het mannetje is 51 en een halve cm, en het vrouwtje is 47 en een halve cm. De
slobeend leeft meestal op stilstaand water. De slobeend eet planten en dieren.
Het nest ligt aan de oever in riet en andere planten. Het vrouwtje legt haar
eieren in april tot mei en het zijn er ongeveer 8. Het uitbroeden doet ze
helemaal alleen en het opvoeden van de kuikens is ook haar taak. De slobeend
leeft in Noord en West Europa, Noord en Midden Azië, en ook in Noord Amerika. De
slobeend leeft ook in Nederland.
6.De
krakeend
Het mannetje is
51 cm lang en het vrouwtje 48 cm lang. Het mannetje en het vrouwtje lijken veel
op elkaar. De krakeend leeft op langzaam stromend water en stilstaand water. Het
vrouwtje legt haar eieren in mei tot juni, dit zijn er 7 tot 12. het uitbroeden
duurt 26 of 27 dagen. De jongen kunnen na 7 weken dat ze uit het ei gekomen zijn
vliegen. Ze trekken in augustus tot september naar Zuid Europa en Noord
Afrika.
7.Eendenjacht
Er wordt ook op eenden gejaagd. Dat doen ze op 3 manieren.
Manier 1: ze schieten op vogels die rondvliegen.
Manier 2: ze gaan op zoek naar eenden en dan leggen
ze een plastic lokeend en dan gaan ze ergens zitten en wachten tot er een eend
op afkomt en dan schieten ze hem dood.
Manier 3: de eenden kooien. Die zie je op het
plaatje hiernaast. De jager zet eerst een tamme eend in het water en als er een
eend komt lokt zijn eigen eend hem de kooi in en dan lokt het kooikers hondje
hem verder de kooi in een bocht dit doet hij achter kleine muurtjes en dan komt
alleen zijn staart te voor schijn en de eend wil weten wat het is en zwemt zo
steeds verder dan ziet hij aan het einde van de kooi licht dus daar zwemt hij
dan automatisch naar toe maar daar zit gaas voor dus hij kan er niet meer uit.
Maar dat wordt nu niet meer gebruikt alleen voor onderzoek, dan krijgen ze een
ringetje om hun nek met een zender en als de eend dood gaat kunnen ze precies
zien hoe hij is doodgegaan. En er wordt nog op eenden gejaagd omdat mensen het
eten.
7.afsluiting
Ik heb er veel
van geleerd en ik heb antwoord gekregen op de vragen:
1. wat voor
soort eenden zijn er?
2. wat eten
eenden?
eva
Geen opmerkingen:
Een reactie posten